Dit scriptcommando plaatst een tabel met informatie over rapporten met validatiemetingen en de documenten die daarbij horen zoals gedefinieerd in Asbest Rapportage. Eerst wordt een tabel getoond en vervolgens naar wens de inhoud van de documenten die zijn gekoppeld. Indien er geen validatiemetingen zijn ingevoerd komt er een beschrijvende tekst te staan.
Regel te valideren
R
Omschrijving
2
mag een inleidende zin voor de tabel bevatten. Indien niets wordt ingevuld wordt geen inleidende zin geplaatst.Zie voor de toegestane opmaakcodes in deze tekst 'Toegestane codes in Inleidingenzinnen' onder deze tabel Toegestane codes in Inleidende zinnen voor tabellen:
[Font=]
Lettergroote voor de tekst in punten
[Voor=]
De waarde 'Before' voor een alinea
[Na=]
De waarde 'After' voor een alinea
[TABELNUMMER]
Deze code wordt dynamisch vervangen door een volgnummer voor de tabel. Het volgnummer begint met het hoofdstuknummer gevolgd door een . en volgnummer; 4.1, 4.2 etc
[PAGINA]
Voegt een paginascheiding in
Zorg er voor dat de de codes, op [TABELNUMMER] na, altijd aan het begin van een regel staan. Hierbij wordt er ook rekening meer gehouden dat er eventueel een ~ als regelscheiding in de inleidingtekst staat! Deze ~ mag dan ook gevolgd worden door weer nieuwe opmaakcodes. De code [TABELNUMMER] mag dus op elke plek in de tekst komen te staan
bepaalt de waarden voor en na van de tabellen. Kleiner waarde geeft compactere indruk aan tabel. Default 4 pt, minimum waarde 0 pt, maximum waarde 12 pt
Voorbeeld
4
bepaalt de puntgrootte van de teksten in de tabel. Default 10 pt, minimum waarde 4 pt, maximum waarde 15 pt
Voorbeeld
5
mag een naam van een macro bevatten die de opmaak van de tabel bepaalt. Deze macro moet dan aanwezig zijn in MiRaS.DOT. De macro begint met opmaken vanuit de laatste cel van de tabel. Indien geen macro naam is aangegeven wordt de standaard opmaak van Asbest Rapportage gebruikt
Voorbeeld
6
bepaalt welke informatie in de tabel geplaatst moet worden. (0) niet plaatsen of (1) wel plaatsen.
De volgende kolommen zijn mogelijk:
Karakter 1: kolom Code van rapport
Karakter 2: kolom Datum uitvoering
Karakter 3: kolom Uitvoerder validatiemetingen
Karakter 4: Naam van het document
Karakter 5: Toelichting op de resultaten
Voorbeeld
7
mag een tekst bevatten die geplaatst wordt als er geen enkele digitale informatiedrager te plaatsen is. Betreft deze tekst een 'X' dan wordt de tabel toch gewoon aangemaakt, maar dan met 1 lege regel. Zie voor de toegestane opmaakcodes in deze tekst 'Toegestane codes in Inleidingenzinnen' onder deze tabel Toegestane codes in Inleidende zinnen voor tabellen:
[Font=]
Lettergroote voor de tekst in punten
[Voor=]
De waarde 'Before' voor een alinea
[Na=]
De waarde 'After' voor een alinea
[TABELNUMMER]
Deze code wordt dynamisch vervangen door een volgnummer voor de tabel. Het volgnummer begint met het hoofdstuknummer gevolgd door een . en volgnummer; 4.1, 4.2 etc
[PAGINA]
Voegt een paginascheiding in
Zorg er voor dat de de codes, op [TABELNUMMER] na, altijd aan het begin van een regel staan. Hierbij wordt er ook rekening meer gehouden dat er eventueel een ~ als regelscheiding in de inleidingtekst staat! Deze ~ mag dan ook gevolgd worden door weer nieuwe opmaakcodes. De code [TABELNUMMER] mag dus op elke plek in de tekst komen te staan
kan gebruikt worden om de volgorde van de kolommen in de tabel naar wens aan te passen. De volgorde moet dan afgestemd zijn op de te tonen regels uit rubriek 6 en moet aangegeven worden in de volgende opmaak: 8#3#7#........ Waarbij item 8 dan als eerste regel wordt getoond, item 3 als tweede enzovoort.
De volgende items met nummer zijn van toepassing:
Karakter 1: kolom Code van rapport
Karakter 2: kolom Datum uitvoering
Karakter 3: kolom Uitvoerder validatiemetingen
Karakter 4: Naam van het document
Karakter 5: Toelichting op de resultaten
Voorbeeld
9
Bepaalt of na de tabel ook nog de gekoppelde documenten ingevoegde moeten worden. [0 default] niet invoegen of [1] invoegen, elk document startend op nieuwe pagina
Voorbeeld
10
Hiermee kan de fontsize van de kop bepaald worden die boven de verschillende documenten die worden ingevoegd worden geplaatst
Voorbeeld
11
Hiermee kan de opmaak van de tussenkop boven de ingevoegde documenten worden bepaald. Zie de opsomming hieronder voor de mogelijke waarden.
Instellingen opmaak kopjes
(1) op hoofdstukniveau (2) op sectieniveau (3) op subsectieniveau (4) cursief en vet (5 default) vet (6) cursief (7) onderstreept (8) vet, cursief en onderstreept (9) vet en onderstreept (10) cursief en onderstreept
Voorbeeld
12
Mag de waarde voor en na bevatten die wordt toegepast op elk Word document dat wordt ingevoegd.
Voorbeeld
13
mag een waarde bevatten voor de Resolutie van de afbeeldingen die van de pagina's in het PDF document worden gemaakt. Standaard 300 dpi, geadviseerde waarden zijn 150, 300 of 600 maar alle andere waarden zijn ook mogelijk. Hoe hoger de resolutie hoe beter de afbeeldingen, maar hoe groter het bestandsformaat
Voorbeeld
14
bepaalt of er een kader rond de afbeelding van de PDF pagina's moet komen. (0 default) geen kader of (1) wel kader
Voorbeeld
15
mag een waarde in cm bevatten voor de hoogte van de afbeelding van de PDF pagina's in Word
Voorbeeld
16
mag een waarde in cm bevatten voor de breedte van de afbeelding van de PDF pagina's in Word