|
|||||
Eigenaar | Taal | Status | |||
Laurens Eykelkamp (Administrator) | Nederlands | Published | |||
Asbest 2014 and GCS Server are software products designed and produced by Groome Computer Services B.V. The Neterlands. Use of this software is only permitted to holders of a valid license agreement for these products. | |||||
Dit document beschrijft hoe de configuratie van ProBIS Asbest 2014 kan worden aangepast. Eerst wordt uitgelegd hoe de configuratie in zijn werk gaat en hoe deze aangepast kan worden. Vervolgens worden alle configuratiebestanden benoemd en toegelicht, waarna afsluiten een aantal bestanden uitgebreid worden toegelicht. |
Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijkheden voor configuratie van de Asbest 2014 software. |
In het onderstaande voorbeeld is een eenvoudige weergave van een installatie van de ProBIS Asbest 2014 software weergegeven:![]() In dit voorbeeld zijn alle folders met gegevens, programmabestanden, configuratie en andere bestanden, onder 1 map gegroepeerd. In de praktijk zal dit vaak verspreid zijn over meerdere mappen. Op de tablets wordt het opslaan van data in de programma folder van Windows niet geaccepteerd. Veel van de mappen zijn dan aanwezig onder de Documenten map van de gebruiker. "C:\Program Files\ProBIS Asbest 2014\Program\ProBIS Asbest 2014.exe" C:\My Documents\ProBIS Asbest 2014\Config In deze persoonlijke configuratiemap C:\My Documents\ProBIS Asbest 2014\Config zoekt het programma dan naar de INI file van de applicatie (bijvoorbeeld Asbest.ini of AsbestRP.ini), opent deze en bepaalt hieruit waar de centrale configuratiebestanden zicht bevinden (sleutel ‘ConfigCentraal’). Deze worden dan verder gebruikt door het programma! Denk er dus aan dat als u mappen verplaatst dat dan niet alleen wijzigingen in de snelkoppeling doorgevoerd moeten worden, maar ook in Asbest.ini of AsbestRP.ini om de nieuwe locatie van de centrale configuratiemap en overige mappen aan te geven! |
In de configuratiemap zijn bestanden met verschillende extensies aanwezig. Vrijwel alle bestanden zijn ASCII tekstbestanden die met behulp van Kladblok van Windows gewijzigd kunnen worden. Dit document beschrijft kort de configuratiemogelijkheden die er zijn. In de volgende paragrafen wordt aangegeven wat de inhoud en de functie van de bestanden is. De configuratie kan op 2 manieren worden aangepast. |
Voor een aantal van de configuratiebestanden geldt dat ze vanuit de programma's zelf gewijzigd kunnen worden. Hiervoor beschikken de programma's over een configuratiescherm. Open deze, pas de wijzigingen toe en sluit het scherm. De wijzigingen zijn dan doorgevoerd. |
Daarnaast zijn er configuratiebestanden die uitsluitend buiten het programma om zijn aan te passen. De instellingen moeten dan rechtstreeks in het bestand worden doorgevoerd en opgeslagen. Na een herstart van het programma worden deze instellingen dan gebruikt. De inhoud van dergelijke bestanden kan op de volgende algemene wijze aangepast worden:
De wijzigingen zijn nu actief! Voorbeeld: |
Ten behoeve van het uitvoeren van de communicatie is een server applicatie geïnstalleerd in uw systeem. Deze server moet draaien om communicatie tussen de tablets en desktop mogelijk te maken. Deze server applicatie heet GCS Server en is geïnstalleerd als een Windows Service. Dit houdt in dat het geen gebruikersinterface heeft. Het is een Windows Service wat inhoudt dat het volledig door Windows wordt gecontroleerd, bij bijvoorbeeld een herstart van de computer zal de service vanzelf weer opgestart worden. Deze service is in principe dus altijd beschikbaar en actief. De GCS Server Service is meestal geïnstalleerd op de netwerk server, maar kan ook draaien op een stand alone computer die dan continue aan staat. De bekijken status van de Service en de mogelijkheid om de service te starten en te stoppen kan gedaan worden via de Services mogelijkheid uit het configuratiescherm van de desktop PC waarop de service draait: Voor meer informatie over de installatie en configuratie wordt verwezen naar de documenten 'GCS Server draaien als een Service.pdf' en 'GCS Server Gebruikershandleiding.pdf'. |
Dit hoofdstuk beschrijft en benoemt de beschikbare configuratiebestanden |
Vanaf versie 3.7 van de ProBIS Asbest software, wordt de opzet van een inventarisatie bepaald door de zogenaamde onderzoeksopzet. Een gebruiker kan één of meerdere onderzoeksopzetten definieren via het configuratiebestand OnderzoeksOpzet.ini. Bij de in gebruikname van 3.7 wordt een standaard configuratie in het bestand aangemaakt, gebaseerd op het feit dat oude projecten verwerkt moeten worden en dat er 2 basis opzetten zijn voor een complex en een adres gebaseerde inventarisatie.
Hierin is {nr} een oplopend volgnummer dat door moet lopen om goed ingelezen te worden. UniqueID=PRE2017TYPEA Type=PRE2017TYPEA Description=Type A ShortDescription=Type A Overview=Type A Pre2017=1 UseForAddress=0 UseForComplex=0 Norm=SC540:2011 Default=1 ShowHide=ShowHide_TypeAPre2017.ini ShowHideRapportage=ShowHideRapportage_TypeAPre2017.ini [Plan2] UniqueID=CmplxDef Type= Description=Standaard opzet voor Complexen ShortDescription=Complex Overview=Opzet complex Pre2017=0 UseForAddress=0 UseForComplex=1 Norm=Werkveldspecifiek certificatieschema Default=1 [Plan3] UniqueID=AddDef Type= Description=Standaard opzet voor Adressen ShortDescription=Opzet voor individuele adressen Overview=Opzet adres Pre2017=0 UseForAddress=1 UseForComplex=0 Norm=Werkveldspecifiek certificatieschema Default=1 Hierin zijn dus 3 onderzoeksopzetten beschikbaar. De eerste wordt alleen nog gebruikt als het een 'oud' project is dat in de vorige versie van ProBIS Asbest is aangemaakt (voor 2017). Verder is er een Complex onderzoeksopzet die alleen voor complexen gekozen kan worden (UseForComplex=1). De derde opzet is voor adres gebaseerde inventarisaties en kan alleen voor adressen gekozen worden (UseForAdress=1). Deze derde wordt als default gebruikt indien een ouder project wordt geconverteerd. Zie ook dat voor de eerste opzet andere bestanden worden gebruikt voor ShowHide en ShowHideRapportage dan de standaard bestanden! X |
Tijdens de invoer in ProBIS Asbest 2014 is het in bepaalde situaties mogelijk om keuzes te maken uit een lijst met keuzes. Deze keuzes zijn aanwezig als standaardlijstbestanden in de configuratiemap van ProBIS Asbest 2014. In elk bestand is een regel na regel opsomming van de keuzes uit de lijst aanwezig, u kunt eenvoudig keuzes verwijderen of toevoegen. Om de keuzes in een standaardlijst aan te passen moeten de volgende stappen gedaan worden:
In de volgende tabel worden de aanwezige standaardlijsten weergegeven met de namen van de relevante data bestanden: UitvoerdersSCA.dat
|
Bestanden met standaardteksten zijn zichtbaar in een lijst op het scherm met het grote invoerveld dat geopend wordt als er een button met een ">" teken naast een invoerveld wordt geklikt. Er verschijnt dan een scherm met een extra groot invoerveld in beeld. Onder dit invoerveld ziet u een lijst met een aantal bestanden; de zogenaamde standaardteksten. Er kunnen meerdere standaardteksten voor 1 invoerveld van toepassing zijn. Als een dergelijk bestand in ProBIS Asbest 2014 wordt dubbel geklikt, dan wordt de inhoud van de standaardtekst in het betreffende invoerveld geplaatst. Deze tekst kan dan voor het specifieke project aangepast worden. Voordeel hiervan is dat een vaak gebruikte tekst niet elke keer ingetypt hoeft te worden. Zoals genoemd bepaalt de extensie van een bestand bij welk veld in ProBIS Asbest 2014 het hoort. Hiervan is onderstaand een overzicht gegeven. De naam van het bestand mag verder vrij gekozen worden.
|
De volgende bestanden bevatten instellingen van ProBIS Asbest 2014. Een aantal bestanden is vanuit het programma te wijzigen. Configuratiebestand waarmee velden van Asbest Inventarisatie naar eigen wens zichtbaar en onzichtbaar gemaakt kunnen worden. Zie voor meer informatie het hoofdstuk met toelichtingen bij specifieke configuratiebestanden elders in dit documentSjabloon voor het opslaan van verzonden e-mails vanuit de e-mail faciliteit van ProBIS AsbestProjectDetailsSchermRap.ini en ProjectDetailsSchermInv.ini
|
Bij het aanmaken van rapporten worden een aantal bestanden gebruikt
Het te gebruiken scriptbestand is gekoppeld aan het type onderzoek. Via ASBESTTO.LST wordt de koppeling gerealiseerd (zie eerder). Zie voor een uitgebreide toelichting over het werken met script de scripthandleiding http://groomecs.nl/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=1. |
Het genereren van rapporten via de scriptfaciliteit wordt grotendeels aangestuurd via het configuratiebestand ASBESTTO.LST. De configuratiemogelijkheden van dit bestand worden in dit hoofdstuk beschreven.
|
Als u gebruik wilt gaan maken van de directe communicatie van laboratorium opdrachten en resultaten met uw laboratorium of u wilt daar een aanpassing in doen, dan dient u als volgt te werk te gaan:
Vooral voor de communicatie met Détect is het van het grootste belang dat uw systeemtijd correct staat ingesteld! Controleer hierbij ook de instelling 'Klok automatisch aan zomertijd aanpassen' in het configuratiescherm 'Tijdzone instellen' van uw Windows installatie. Indien u de button 'Toevoegen Détect' niet ziet maar wel gebruik wilt maken van Détect als laboratorium, dan dient u contact op te nemen met de GCS Helpdesk om deze module actief te maken. Indien u een bestaand laboratorium wilt aanpassen dan kunt u de button 'Bewerken' gebruiken. U kunt meerdere laboratoria door elkaar configureren en gebruiken. |
Dit hoofdstuk beschrijft hoe configuratiebestanden die op de desktop zijn aangepast op een eenvoudige manier beschikbaar gemaakt kunnen worden voor de Asbest 2014 software op de tablets. Tevens wordt beschreven hoe programma-updates van Asbest Inventarisatie beschikbaar gesteld kunnen worden. |
Nadat configuratiebestanden van Asbest Inventarisatie of Asbest Rapportage voor de desktop versies zijn aangepast, wilt u deze natuurlijk ook beschikbaar stellen voor de gebruikte tablets. Dit kan door de aangepast configuratiebestanden in te pakken in een zip bestand met de naam CONFIG.ZIP en deze dan in de communicatiefolder voor ASBESTCE van uw inspecteurs te zetten. Bijvoorbeeld: Bij de volgende communicatiesessie van de inspecteur worden de configuratiebestanden dan overgehaald en komen deze beschikbaar op de tablet. De exacte locatie van de map met de te versturen bestanden voor de inspecteurs verschilt per bedrijf en is afhankelijk van de installatie. |
Indien u een programma update heeft ontvangen voor uw desktop installatie van Asbest Inventarisatie en/of Asbest Rapportage, dan kunt u deze plaatsen in de \Program folder van uw installatie. Waar deze folder is gesitueerd is afhankelijk van de installatie op uw systeem. Een update van ProBIS Asbest Inventarisatie is altijd voorzien van een extra bestand UPDATE.INI, deze twee bestanden moet u altijd als één set verwerken. De updates van ProBIS Asbest Inventarisatie en/of Asbest Rapportage kunt kunt u eenvoudig gereed zetten voor overdracht naar de tablet computers. De tablet computers hoeven daarvoor niet op kantoor beschikbaar te zijn! U kunt één of meer van deze updates eenvoudig klaarzetten door de bestanden in de map van elke inspecteur te plaatsen. Bij een volgende communicatie komen de bestanden dan binnen op de tablet en worden verwerkt als update. De bestanden die op deze manier uitgewisseld kunnen worden zijn: Indien er andere bestanden dan deze in de \Program folder van de tablet terecht moeten komen, dan kunt u dit op dezelfde manier doen als bij configuratiebestanden. U pakt de uit te wisselen bestanden in in een zip file met de naam PROGRAM.ZIP en plaatst deze in de communicatiefolders van de inspecteurs. Bij een volgende communicatie worden deze dan overgehaald naar de tablet en verwerkt. |
Vanaf versie 3.5.1 van de ProBIS Asbest software is het mogelijk om gewijzigde configuratiebestanden eenvoudig vanuit Asbest Werkvoorbereiding gereed te zetten voor de inspecteurs die de aangepaste configuratiebestanden dienen te ontvangen. Door het selecteren van de juiste menuoptie worden een aantal van de configuratiebestanden verzameld, ingepakt en voor de geselecteerde inspecteur of inspecteurs gereedgezet voor communicatie. Bij de volgende communicatiesessie worden de bestanden dan overgezet naar de tablet van de inspecteur en komen ze daar beschikbaar.
Voorbeeld: [UitsluitenStandaardtekst] [ExtraStandaardtekst] [UitsluitenConfiguratiebestand] [ExtraConfiguratiebestand] Het bestand wordt gebruikt in combinatie met de automatische uitwisseling van programmabestanden, zie onderstaand. |
Naast de nieuwe mogelijkheid in versie 3.5.1 van de ProBIS Asbest software waarmee gewijzigde configuratiebestanden eenvoudig vanuit Asbest Werkvoorbereiding gereed gezet kunnen worden voor de inspecteurs, is deze faciliteit ook beschikbaar voor het gereedzetten van programma-updates. De werking is in hoofdlijnen gelijk. Als de juiste menuoptie wordt gekozen wordt de actieve versie van de desktop omgeving verzameld, ingepakt en voor de geselecteerde inspecteur of inspecteurs gereedgezet voor communicatie. Bij de volgende communicatiesessie worden de bestanden dan overgezet naar de tablet van de inspecteur en komt de versie daar beschikbaar.
Voorbeeld: [ExtraProgrammaBestand] Het bestand wordt gebruikt in combinatie met de automatische uitwisseling van configuratiebestanden, zie eerder dit hoofdstuk. |
Naast de hierboven genoemde mogelijkheid om configuratie- en programmabestanden uit te wisselen, is het ook mogelijk om het licentiebestand voor een tablet in de uitwisseling mee te nemen. De werking is in hoofdlijnen gelijk. Het is echter niet mogelijk om licentiebestanden vanuit de software klaar te zetten. Reden hiervoor is dat er met voorzichtigheid omgegaan moet worden met het klaarzetten van licentiebestanden voor de automatische uitwisseling, omdat elke tablet een eigen specifiek licentiebestand nodig heeft! Wees dus voorzichtig om foutieve licentiebestanden naar een bepaalde tablet te sturen, de werking van de tablet kan daardoor uitgeschakeld worden. |
Dit hoofdstuk geeft een nadere toelichting voor specifieke functionaliteiten in het programma. |
Dit configuratiebestand biedt de mogelijkheid om velden van Asbest Inventarisatie/Asbest Eindcontrole naar eigen wens zichtbaar of onzichtbaar te maken en invoervelden verplicht te stellen voor de Werkvoorbereidings- en of Inventarisatiefase. Het biedt daardoor de mogelijkheid om niet door u gebruikte velden te verwijderen uit het overzicht en daardoor de interface meer naar wens aan te passen. Ook kunt u bepaalde velden dusdanig belangrijk vinden voor invoer dat verplicht kan worden dat deze altijd ingevuld worden. Het bestand kan aangepast worden direct in het bestand met behulp van Notepad. Na het wijzigen van het bestand in de desktop situatie, kan het beschikbaar gesteld worden voor de tablets door het als onderdeel van een zip bestand met de naam CONFIG.ZIP in de communicatiefolder van de inspecteur(s) te plaatsen. Zie voor meer informatie '4.1 Gewijzigde configuratiebestanden beschikbaar stellen voor tablets' op pagina 13 van dit document. Standaard staat de achtergrondkleur aan.
Voorbeeld: [ShowTab] Daarnaast is er een sectie in het ShowHide.ini bestand waarmee menuopties onzichtbaar gemaakt kunnen worden. Dit is de sectie ShowMenu. Hiermee kunnen menuopties wel of niet zichtbaar gemaakt worden. Als de waarde achter een sleutel een 1 is dan is het item zichtbaar, bij 0 is het onzichtbaar. Momenteel zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar:
Voorbeeld: [Meldingsformulier] Vervolgens bevat het bestand meerdere secties die allemaal verwijzen naar een invoerveld in Asbest Inventarisatie. Per sectie kunnen dan een aantal sleutels aanwezig zijn waarmee kan worden aangegeven of het veld getoond moet worden of niet, de verplichtheid in Werkvoorbereiding of Inventarisatiemodus en de verplichtheid in Rapportage. Als de waarde achter een sleutel een 1 is dan is het van toepassing, bij 0 is het onzichtbaar.
Voorbeeld: [BeperkteDoelRuimte] [DoelRapport] [Onderwerp] [OpmerkingAlgemeen] De namen van de secties spreken op zich met betrekking tot welk veld een item van toepassing is. Houd er rekening mee dat bepaalde instellingen niet voor alle sleutels van toepassing zijn, bepaalde velden kunnen bijvoorbeeld nooit onzichtbaar gemaakt worden. Verder ontbreken er een aantal items omdat deze altijd zichtbaar én altijd verplicht zijn.
De volgende secties zijn beschikbaar voor de functionaliteit van barcodes:
|
Dit configuratiebestand biedt de mogelijkheid om velden van Asbest Rapportage naar eigen wens zichtbaar of onzichtbaar te maken en invoervelden verplicht te stellen. Het biedt daardoor de mogelijkheid om niet door u gebruikte velden te verwijderen uit het overzicht en daardoor de interface meer naar wens aan te passen. Ook kunt u bepaalde velden dusdanig belangrijk vinden voor invoer dat verplicht kan worden dat deze altijd ingevuld worden. Het bestand kan aangepast worden direct in het bestand met behulp van Notepad. De werking van van de INI file is gelijk aan de werking van ShowHide.ini voor Asbest Inventarisatie zoals in de vorige sectie beschreven. De eerste sectie in het bestand ShowHideRapportage.ini die van belang is, is de sectie ShowTab. Hiermee kunnen complete tabbladen wel of niet zichtbaar gemaakt worden. Als de waarde achter een sleutel een 1 is dan is het item zichtbaar, bij 0 is het onzichtbaar. Momenteel zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar:
Vervolgens bevat het bestand meerdere secties die allemaal verwijzen naar een invoerveld in Asbest Rapportage. Per sectie kunnen dan een aantal sleutels aanwezig zijn waarmee kan worden aangegeven of het veld getoond moet worden of niet, de verplichtheid in Werkvoorbereiding of Inventarisatiemodus en de verplichtheid in Rapportage. Als de waarde achter een sleutel een 1 is dan is het van toepassing, bij 0 is het onzichtbaar.
Voorbeeld: [BeperkteDoelRuimte] De volgende secties zijn op het moment van schrijven beschikbaar:
|
De configuratiebestanden ProBIS_Asbest_Inventarisatie_translation.dat, AsbestRP.tra en ProBIS_Asbest_Rapportage_translation.dat bieden de mogelijkheid om de teksten van de labels en meldingen in de programma's en de rapportages naar eigen wens aan te passen. Het biedt daardoor de mogelijkheid om, eventueel in combinatie met het gebruik van de ShowHide bestanden, de layout voor de inspecteur naar wens te verbeteren door de termen van het programma aan te passen. Het bestanden kunnen aangepast worden direct in het bestand met behulp van Notepad. De opmaak van het bestand is als volgt: Volgnummer=tekst Voorbeeld: 0006=Sluiten 0007=Annuleren 0008=OK 0009=Informatie Het volgnummer bepaalt in welke label of bericht de tekst wordt gebruikt. Elke volgnummer hangt aan 1 of meer labels of berichten van Asbest Inventarisatie. Meestal spreekt de tekst voor zich en kunt u snel vinden welke tekst gewijzigd moet worden om een bepaalde aanpassing te doen. Na de gewenste aanpassing gedaan te hebben slaat u het bestand op, start Asbest Inventarisatie en bekijkt het resultaat. Voor het geval dat niet direct duidelijk is welk volgnummer gewijzigd moet worden, biedt Asbest Inventarisatie een modus in de opstartregel om de volgnummers te kunnen bekijken. Als er namelijk '-NR' vóór de configuratiemap verwijzing komt te staan, bijvoorbeeld: "C:\Program Files\ProBIS Asbest 2014\Program\ProBIS Asbest 2014.exe" -NR C:\My Documents\ProBIS Asbest 2014\Config Dan toont het programma de volgnummers voor vertaling: Na het wijzigen van het bestand in de desktop situatie, kan het beschikbaar gesteld worden voor de tablets door het als onderdeel van een zip bestand met de naam CONFIG.ZIP in de communicatiefolder van de inspecteur(s) te plaatsen. Zie voor meer informatie '4.1 Gewijzigde configuratiebestanden beschikbaar stellen voor tablets' op pagina 13 van dit document. |
Dit bestand bevat informatie over de keuzelijst voor het Type van een deskresearch item. De keuzelijst ziet er als volgt uit: Het bestand kan oneindig veel informatie bevatten, waarbij elk keuze er als volgt uitziet: [Item{volgnummer}]
Omschrijving={Tekst voor in de keuzelijst}
Type={Index soort item}
Waarin: Type=0|Overig
Type=1|Interview bewoners
Type=2|Interview gebruikers
Type=3|Interview aannemers
Type=4|Interview technische dienst
Type=5|Interview overige
Type=6|Situatieschets
Type=7|Kadastrale tekening
Type=8|Rapportages
Type=9|Foto's
Type=10|Documenten
Type=11|Documenten SMA-rt
Type=12|Informatie opdrachtgever
Type=13|Bestekken
U moet achter 'Type=' dus precies de waarde gebruiken zoals die in bovenstaande lijst beschikbaar is, dus met pipe teken en exacte tekst! De index waarden zijn dus vastgelegde waarden en kunnen alleen door GCS worden uitgebreid met andere, nieuwe waarden! Een index mag dus vaker gebruikt worden. Het gaat om de getalwaarde, de omschrijving is optioneel maar moet dan wel verplicht voorafgegaan worden door een | teken. Voorbeeld [Item1]
Omschrijving=Onbekende bron
Type=0|Overig
[Item2]
Omschrijving=Interview bewoners
Type=1|Interview bewoners
[Item12]
Omschrijving=Overig
Type=0|Overig
Enzovoorts |
Dit configuratiebestand biedt de mogelijkheid om standaard Notities en Afspraken te definiëren die standaard aan een nieuwe inventarisatie worden toegewezen bij het aanmaken ervan. Het bestand kan aangepast worden vanuit Asbest inventarisatie of direct in het bestand. Het bestand heeft één of meer definities in zich die er individueel als volgt uitzien: [Item{volgnummer}]
Titel={Titel van de notitie/afspraak}
Document={Gegevens gekoppeld document}
Opmerking={Beschrijving van de notitie of afspraak}
Waarin {volgnummer} is een oplopend nummer van 1 en hoger. Let op: hierin mogen geen nummers missen, dus {volgnummer} moet opvolgend zijn! {Titel van de notitie/afspraak} is de tekst die in de keuzelijst komt te staan en door de inspecteur geselecteerd kan worden. {Gegevens gekoppeld document} zijn de gegevens van een gekoppeld document. Hier mag de term '[config]' in worden gebruikt ipv een padnaam, Asbest 2014 zoekt dan automatisch in de actieve configuratiemappen naar het betreffende document. Voorbeeld: [Item1]
Titel=Werkplan
Document=[config]Werkplan.pdf
Opmerking=Werkplan voor uitvoering
|
Het is mogelijk om eigen vragen toe te voegen aan het systeem middels zogenaamde 'Eigen formulieren'. Zijn er 1 of meerdere eigen formulieren gedefinieerd, dan verschijnt er een extra onderdeel in het overzicht van het inventarisatie of rapportage project: Het invoerveld voor het antwoord is afhankelijk van de instellingen van de vraag (zie verder), in de meest uitgebreide versie kan het er als volgt uitzien: Hierop wordt de vraag getoond en is er een vrij invoerveld en een keuzelijst om de vraag te beantwoorden. Tevens kan er een vraag om 'Aanvullend onderzoek' onderdeel van uitmaken. De eigen formulieren worden gedefinieerd door een INI bestand aan te maken in de centrale configuratiemap van het systeem met een naam die begint met 'EigenFormulier_' gevolgd door een vrij tekst en de extensie .ini. Voorbeeld: EigenFormulier_Tabel21.ini In dit ini bestand zit altijd een sectie [General], met de volgende sleutels:
Voorbeeld: [General]
Name=Tabel 2.1 rapportage
NameLong=Invulformulier voor tabel 2.1 rapportage
ShowWvb=1
ShowInv=1
ShowRap=1
Let op: voor deze en alle volgende velden geldt dat de tekst uit maximaal 256 karakters mag bestaan! Vanaf versie 3.5 van de software mogen voor het veld 'keuzes' meer karakters worden toegepast. Opmaak van de grid met overzicht alle vragen instellenDaarnaast is er een sectie [LayoutGrid] mogelijk waarmee de informatie en de opmaak van de grid bepaald kan worden. Het kent de volgende sleutels:
Voorbeeld: [LayoutGrid]
Vraag=35
Aanwezig=15
Locatie=18
Antwoord=30
NaderOnderzoek=0
Opmaak van het vragenformulier instellenVerder is er een sectie [LayoutFormulier] mogelijk waarmee de labels op het scherm van het vragenformulier naar wens zelf ingevuld kunnen worden. Het kent de volgende sleutels:
Voorbeeld: [LayoutFormulier]
LabelVraag=Onderwerp:
LabelAanwezig=Aanwezig?:
LabelVoorkomenIn=Ruimte:
LabelAntwoord=Bijzonderheden:
LabelAanvullendOnderzoek=
Gebruik maken van CategoriënU heeft de mogelijkheid om gebruik te maken van categorien. Hiervoor moet er eerst een sectie '[Categorien]' opgenomen worden met de namen van de categorien. De vragen kunnen dan later aan deze categorien gekoppeld worden:
Voorbeeld: [Categorien]
Categorie1=Benedenverdieping
Categorie2=Bovenverdieping Gebruik maken van meerdere sets van defaultwaardenU heeft de mogelijkheid om defaultwaarden voor de vragen te definiëren, zie onder. Dit kan één standaardwaarde zijn die in elke situatie wordt gebruikt. Echter; het is ook mogelijk om meerdere sets van standaardwaarden te definiëren, zodat u eerst een specifieke situatie kunt aangeven en daarna de daarbij behorende standaardwaarden gebruikt. Het scherm met de vragen veranderd van opmaak als er 2 of meer standaardsets onder deze sectie zijn aangemaakt:
Voorbeeld: [DefaultSets]
Set1=Basisset
Set2=Set voor panden voor 1970 Set3=Set voor bedrijfskantoren Definitie van de individuele vragenVervolgens zitten in de ini file de vragen die gesteld moeten worden. Dit kunnen 1 of meer secties met de naam [Vraag{n}] zijn, waarin {n} is een oplopend volgnummer. Per vraag zijn dan de volgende sleutels beschikbaar:
Voorbeeld: [General]
Name=Tabel 2.1 rapportage
NameLong=Invulformulier voor tabel 2.1 rapportage
ShowWvb=1 ShowInv=1 ShowRap=1 [LayoutGrid]
Vraag=35
Aanwezig=0
Locatie=0
Antwoord=45
NaderOnderzoek=17
[LayoutFormulier]
LabelVraag=Vraag:
LabelAanwezig=
LabelVoorkomenIn=
LabelAntwoord=Antwoord:
LabelAanvullendOnderzoek=Aanvullend onderzoek?:
[Vraag1]
Vraag=Kadastrale gegevens
Variabele=KadastraleGegevens
Type=1
VraagAanvullendOnderzoek=0
VraagVoorkomenIn=0
VraagVoorkomenInKeuzes=
VraagAanwezig=0
VerplWvb=1 VerplInv=1 VerplRap=1 [Vraag2]
Vraag=Type bouw
Variabele=TypeBouw
Type=2
Keuzes=Traditioneel
VraagAanvullendOnderzoek=0
VraagVoorkomenIn=0
VraagVoorkomenInKeuzes=
VraagAanwezig=0
Nadat de vragen zijn beantwoord in Asbest inventarisatie of Asbest Rapportage, kunnen de resultaten via het scriptcommando FORMULIERVARIABELE worden gepresenteerd in de Word documenten. Voor meer informatie over dit scriptcommando wordt u verwezen naar de scripthandleiding. |
Een optionele faciliteit voor Asbest Werkvoorbereiding is de mogelijkheid om op basis van een bedrijfseigen projectdatabase nieuwe inventarisaties te starten. Daarbij kunnen gegevens uit de eigen projectdatabase gehaald worden. Deze faciliteit moet fysiek geactiveerd worden via de licentie en is dus niet standaard beschikbaar binnen uw pakket! Om gegevens uit te kunnen lezen uit de eigen projectdatabase, moet in deze database een SQL View of View gemaakt worden of een tabel aanwezig zijn waaruit de gegevens gelezen kunnen worden. Dit moet gebeuren door de beheerder van uw eigen database. Op dit moment ondersteunt het systeem het uitlezen van gegevens uit tabellen/views uit Oracle, SQL Server Database, via een ODBC connectie en Access databases. De koppeling met een database kan gedaan worden vanuit het configuratiescherm van Asbest Werkvoorbereiding. Voor een ODBC file connectie: Indien alles is geconfigureerd, dan kan een nieuw project worden aangemaakt via de menuoptie 'Nieuw aanmaken uit eigen projectdatabase': ![]() Vervolgens verschijnt een scherm in beeld met de projecten die beschikbaar zijn: ![]() Selecteer het om te zetten project en klik op OK. Er verschijnt nu een tussenscherm zoals u dat kent van het aanmaken van een nieuw project op de standaard manier: ![]() Selecteer de juiste instellingen en klik op OK om het project aan te laten maken en direct te openen. U kunt het project nu net zo verwerken als bestaande inventarisaties! De volgende velden zijn in de INI file beschikbaar en zijn vanuit het configuratiescherm van Asbest Inventarisatie 2014 te wijzigen:
Daarnaast is en nog een sectie [koppel] waarvan de waarden niet vanuit het configuratiescherm te wijzigen zijn. In deze sectie worden de informatie eenheden van ProBIS Asbest Inventarisatie 2014 gekoppeld met een veld in de uit te lezen database. De volgende velden zijn aanwezig:
Voorbeeld: [General]
Tabel=Project
KolomZichtbaar=Projectcode,Adres,Plaats
ExtraQuery=
TypeDatabase=1
Database=C:\Apps\ProBIS Asbest 2014\Database\EigenProjectDatabase.mdb
OracleDataSource=
OracleUser=
OraclePassword=
SQLServerDataSource=
SQLServerDatabase=
SQLServerLoginType=
SQLServerLogin=
SQLServerPassword=
[Koppel]
Projectcode=Projectcode
TypeInventarisatie=Type
Projectnaam=Naam
LocatieAdres=Adres
LocatiePostcode=AdresPostcode
LocatiePlaats=Plaats
AlgemeneOpmerkingen=Opmerking
OnderwerpInspectie=Onderwerp
Aanleiding=Aanleiding
OmschrijvingOpdracht=Opdracht
OpdrachtgeverNaam=OpdrNaam
OpdrachtgeverAdres=OpdrAdres
OpdrachtgeverPostcode=OpdrPostcode
OpdrachtgeverPlaats=OpdrPlaats
OpdrachtgeverContactpersoonTitel=OpdrTitel
OpdrachtgeverContactpersoonVoorletters=OpdrVoorletters
OpdrachtgeverContactpersoonNaam=OpdrContNaam
OpdrachtgeverTelefoon=OpdrTelefoon
OpdrachtgeverEmail=OpdrEmail
EigenaarNaam=EigNaam
EigenaarAdres=EigAdres
EigenaarPostcode=EigPostcode
EigenaarPlaats=EigPlaats
EigenaarTelefoon=EigTelefoon
EigenaarEmail=EigEmail
LocatieTelefoon=LocatieTelefoon
LocatieEmail=LocatieEmail
LocatieInGebruik=InGebruik
Bouwwerk=Bouwwerk
|
In de systemen van GCS is het mogelijk om NAW gegevens (opdrachtgever, eigenaar e.d.) te kunnen kiezen uit een zogenaamde klanten of KIS database. Deze faciliteit biedt u de mogelijkheid om op een snelle manier klantgegevens in uw project in te voegen. In de basis wordt er een lege database meegeleverd tijdens de installatie die u zelf in de loop van de tijd kunt vullen met klanten. De methode van invoer en de mogelijkheden hiervan zijn te configureren en worden in dit hoofdstuk beschreven. De database met klantgegevens kan door uw bedrijf ook (automatisch) aangemaakt worden uit een eigen klantbeheersysteem. Dit eigen klantbeheersysteem moet dan een Access database produceren conform de eisen die onderstaand zijn beschreven. Deze Access database kan dan als KIS database fungeren voor de GCS applicaties. Activeren en configureren KIS koppeling:Om gebruik te maken van de faciliteit voor de Klantendatabase, dient u dit te configureren via het bestand KISCFG.INI in de (centrale) configuratiemap van het programma dat u gebruikt. In dit bestand moeten een aantal verplichte en niet verplichte sleutels aanwezig zijn. Met de invulling van deze regels is te bepalen hoe de KIS koppeling van de applicatie zich gedraagt. In de volgende tabel worden de sleutels in KISCFG.INI toegelicht. Alle sleutels vallen onder de sectie [KIS].
Tijdens de installatie is een voorbeeld van dit configuratiebestand in de configuratiemap geplaatst. Overzicht kolom per index: Zoals in bovenstaande tabel aangegeven wordt voor een aantal regels gewerkt met indexen. In de volgende tabel zijn de gebruikte indexen per kolom uit de Access database weergegeven. Zie voor de namen van de kolom de beschrijving in de volgende sectie van dit document.
Opmaak Access database met klantgegevens:De klantgegevens (moeten) worden opgeslagen in een Access database met minimaal de onderstaande structuur. Deze database kunt u zelf aan laten maken uit uw eigen klantbeheersysteem of u kunt starten met een lege database die door GCS aan u geleverd kan worden. Locatie en naam van de database: in te stellen via de sleutel 'Database=' van KISCFG.INI Naam van de tabel met klantgegevens in de database: in te stellen via sleutel 'TableName=' van KISCFG.INI De volgende velden (verplichte naam) moeten in de database aanwezig zijn:
Toelichting werking KISCFG.INI:Onderstaand een korte toelichting bij een aantal sleutels uit KISCFG.INI. Ook in de tabel onder 'Activeren en configureren KIS koppeling' kunt u uitleg vinden over het gebruik van de mogelijke configuratie instellingen. Als dan vervolgens de sleutel 'Width' de volgende waarde heeft: |
In ProBIS Asbest worden de persoonlijke configuratie instellingen opgeslagen in Asbest.ini en Asbestrp.ini. Daarnaast is er echter ook een configuratiebestand ConfigAlgemeen.ini die opgeslagen wordt in de centrale configuratiemap en ´bedrijfsbrede´ instellingen bevat. Een aantal sleutels van de inhoud van ConfigAlgemeen.ini kunnen ingesteld worden vanuit het configuratiescherm van ProBIS Asbest, maar er zijn ook een aantal instellingen die alleen aangepast en ingesteld kunnen worden door deze handmatig aan het configuratiebestand toe te voegen. Deze instellingen worden in deze paragraaf beschreven. ConfigAlgemeen.ini kan aangepast worden via Kladblok of een andere tekstbestand editor. In de volgende tabel worden de sleutels in ConfigAlgemeen.ini weergegeven die handmatig ingesteld en aangepast moeten worden:
|
Als er nieuwe inspecteurs van het systeem gebruik moeten gaan maken, dan dienen een aantal handelingen handmatig uitgevoerd te worden. De namen van de inspecteurs zitten namelijk wat verspreid over een aantal bestanden en soms over een aantal mappen. De bestanden die handmatig aangepast moeten worden in Config centraal zijn:
Inspecteurs.dat en Uitvoerderssca.dat De certificaatnummers van de DIA's staan in de bestanden INSPECTEURS.DAT en UITVOERDERSSCA.DAT. Via het bestand INSPECTEURS.DAT worden de keuzes voor de uitvoerende inspecteurs bepaald. Zorg dat hier elke mogelijke inspecteur eenmaal in aanwezig is. Zorg er na aanpassing voor dat het bestand op alle tablets terechtkomt zodat hier altijd een juiste keuze gemaakt kan worden. Zie http://www.groomecs.net/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=3#51 voor meer informatie hoe dit gedaan moet worden. Het juiste certificaatnummer dat in het rapport getoond moet worden, staat in UITVOERDERSSCA.DAT. Als er verschillende namen gebruikt gaan worden voor de inspecteur (bijvoorbeeld Jan Jansen en J. Jansen) dan kunt u deze beide mogelijkheden het beste allebei op een regel in het bestand UITVOERDERSSCA.DAT plaatsen. Dit bestand wordt niet gebruikt op tablets, dus hoeft alleen op kantoor aangepast te worden. Pas in beide bestanden met behulp van kladblok de inhoud van de bestanden aan. Inspectors.ini Het bestand Inspectors.ini is een bijzondere. |
Voor een aantal scriptcommando's is het aan te geven dat de analyseresultaten die gepresenteerd worden opgeschoond moeten worden. Hierdoor worden niet gewenste resultaten op basis van een bepaalde waarde (b.v. '<2%', 'niet aantoonbaar') of een bepaalde term voor de uitgevoerd analyse (b.v. 'hechtgebondenheid' of 'oppervlakte telgebied') uit de opsomming van resultaten weggelaten. Standaard worden in deze situatie op basis van de meetwaarde resultaten met "niet aantoonbaar", "niet van toepassing" en op basis van de analysenaam met "hechtgebondenheid" niet getoond in de opsomming. Daarnaast is er de mogelijkheid om zelf nog termen toe te voegen die gecontroleerd en verwijderd moeten worden uit de opsomming van de resultaten. Dit gaat via het bestand AnalysesFilter.ini dat in de locale of centrale configuratiefolder aanwezig mag zijn. In dit bestand mogen de volgende secties voorkomen:
Voor elke sectie mogen vervolgens 1 of meer sleutels 'Filter{n}' opgenomen worden waarin dan de uit te sluiten termen worden geconfigureerd. De {n} is hierin een volgnummer dat oplopend van 1 moet zijn.
|
Het is mogelijk om vanuit ProBIS Asbest Inventarisatie en ProBIS Asbest Eindcontrole e-mails aan te maken, te verzenden en de verzonden mails te beheren. Hiervoor zijn nieuwe menu opties op het hoofdmenu beschikbaar. Om de e-mail faciliteit beschikbaar te maken dient u een aantal handelingen uit te voeren. Deze worden in deze sectie nader beschreven. Is alles goed geconfigureerd dan verschijnt het menu E-mail op het hoofdscherm van de applicatie:
Om het e-mailen verder compleet te maken moeten:
|
Het is mogelijk om vanuit ProBIS Asbest Werkvoorbereiding of Inventarisatie of ProBIS Asbest Eindcontrole een document aan te maken in Word. Hierbij is ook de krachtige tool van scriptcommandos die u kent uit ProBIS Asbest Rapportage beschikbaar! Om de reporting beschikbaar te maken dient u een aantal handelingen uit te voeren. Deze worden in deze sectie nader beschreven. Is alles goed geconfigureerd dan verschijnt de knop voor het aanmaken van een rapport in beeld op het invoerscherm voor een project:
Om het rapporteren verder compleet te maken:
|
Het is mogelijk om bij het klikken van een bepaalde node in het overzicht, niet het bijbehorende invoerscherm getoond te krijgen maar een geconfigureerd Eigen formulier met een aantal verplichte velden. Deze velden moeten dan ingevuld zijn vóórdat het werklijke invoerscherm gebruikt kan worden. Het biedt dus een nieuwe faciliteit waarmee gegarandaard kan worden dat een formulier op een bepaald moment in het proces wordt ingevuld.
De volgende codes zijn beschikbaar voor Rapportage:
Let op! Het is mogelijk dat u bepaalde items niet in uw overzicht ziet staan. Dit komt omdat bepaalde invoerschermen uitgeschakeld kunnen zijn via de ShowHide mogelijkheden. Zie voor meer informatie: http://groomecs.net/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=3#54 |
Het is mogelijk om bij het starten van een inventarisatie een PDF document of een formulier met verplichte vragen in beeld te tonen die verplicht gelezen cq. ingevuld moeten worden, voordat de invulschermen voor de inventarisatie voor verder invullen beschikbaar komen. [ShowDocumentAtProjectStartup] Naast deze INI moet dan uiteraard ook uiteraard de bij 'file=' genoemde PDF beschikbaar zijn in de centrale configuratiemap!
Hierin is 'FormulierCode' de unieke code zoals deze aan het formulier is toegewezen via de sleutel 'UniekeCode=' van het eigen formulier. Zie voor meer informatie: Eigen formulieren aanmaken en onderhouden. Wanneer bij FormulierVerplichtinvullen een 0 wordt aangegeven, dan is er geen verplichting tot het invullen van het formulier. Wanneer een 1 wordt aangegeven en het blokje [NodeFormAction1] is aanwezig, dan kunnen er geen ruimtes bezocht worden voordat het formulier volledig en met geaccepteerde antwoorden is ingevuld. De code n2R* staat voor de "Toepassingen" node in de treeview, deze wordt uitgeschakeld wanneer het formulier volledig is ingevuld. Deze code is alleen van toepassing op de hier beschreven situatie. Formuliercode is de unikecode van het eigenformulier in het bestanden EIGENFORMULIER……ini In EIGENFORMULIER………ini
Voor de vragen is er een nieuwe parameter ApprovedAnswer bijgekomen, hier kan per vraag worden aangegeven welk antwoord leidt tot het volledig geaccepteerde formulier. Dus alle vragen dienen te worden beantwoord met de desbetreffende geaccepteerde antwoord voordat de tree node "Toepassingen" wordt vrijgegeven. LET OP!!! voor meer differentiatie is het mogelijk om dit ook aan te geven via de onderzoeksopzet. Het kan dan dus verschillen afhankelijk van de gekozen onderzoeksopzet voor een inventarisatie. Zie voor meer informatie: http://groomecs.nl/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=&A_ID=317&D_ID=3#317 Voorbeeld: En kan er verder in het project gewerkt worden. X |
Zie voor een toelichting op de mogelijke instellingen via LAVS Algemeen.ini het volgende document: http://groomecs.net/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=33#231 |
Vanaf versie 3.7.3 wordt u verzocht om fysiek toestemming te geven voor het loggen van diagnostische gegevens. Is deze keuze nog niet gemaakt dan verschijnt éénmalig de keuze om de logging van diagnostische gegevens door GCS toe te staan of af te wijzen:
Lees voor het maken van uw keuze eventueel de GCS policy met betrekking tot de logging van diagnostische gegevens op www.groomecs.com. |
Voor de keuzelijst voor de geschiktheid van het onderzoek, worden de termen ingelezen uit het bestand 'Geschiktheid.dat' (vanaf versie 3.7.3):![]() Dit bestand heeft naast het aangeven van de termen voor in de keuzelijst, ook functionaliteit bij het rapporteren van deze gegevens. Elke regel uit het bestand 'Geschiktheid.dat' ziet er namelijk als volgt uit: Term in keuzelijst|Term voor rapportage lange tekst|Term voor rapportage korte tekst|Alternatieve tekst voor scriptcommando GESCHIKTHEIDONDERZOEKTEKST Voorbeeld: Voor renovatie zonder de bouwkundige integriteit aan te tasten|Voor renovatie zonder integriteit aan te tasten|renovatie zonder aantasten gebruiksintegriteit|renovatie zonder aantasten De instellingen van dit bestand hebben invloed op de rapportage van de scriptcommando's GESCHIKTHEIDONDERZOEKTEKST, GESCHIKTHEIDONDERZOEKTOELICHTING, GESCHIKTHEIDONDERZOEK en DOELRAPPORTTABEL. Zie voor een toelichting de handleiding doorvoor. |
In ProBIS Asbest is het mogelijk om voor projecten automatisch volgnummers aan te laten maken. Om dit actief te maken en in te stellen moet u in ieder geval wijzigingen doorvoeren in ConfigAutoNummering.ini. Daarnaast dient u, indien u van unieke nummering per OnderzoeksOpzet gebruik wilt maken, het bestand OnderzoeksOpzet.ini aan te passen. De mogelijkheden voor handmatige configuratie in dit bestand worden in dit hoofdstuk beschreven. In de volgende tabel worden de sleutels in ConfigAutoNummering.ini weergegeven die handmatig actief, ingesteld en aangepast kunnen worden:
Het te gebruiken volgnummer is opgeslagen in een bestand met de naam 'Counter_Projectcode.ini', deze wordt opgeslagen in de \Program folder van uw installatie. De inhoud van het bestand kan er als volgt uitzien: [AutoNumber_General] Het laatst gebruikte volgnummer is dus waarde 5. Indien voor de instelling UniqueNumberAutoNumbering de waarde 1 van toepassing is, dan moeten er wijzigingen gemaakt worden in het bestand OnderzoeksOpzet.ini. Het houdt in dat u dan voor elke OnderzoeksOpzet definitie een 'Prefix' en 'Postfix' sleutel moet toevoegen. Deze gaan dan voor op de prefix en postfix uit het bestand ConfigAutoNummering.ini zoals hierboven beschreven. Indien in een OnderzoeksOpzet definitie informatie ontbreekt dan worden de instellingen uit ConfigAutoNummering.ini gebruikt. |
Het is nu mogelijk om postcodes en adressen op te laten halen uit de BAG via een nieuwe, optionele koppeling met de PostcodeNL API. Het betreft een optionele module die u beschikbaar kunt krijgen door contact op te nemen met de GCS Helpdesk. Tevens is er een abbonnenment bij PostcodeNL voor nodig. Er is een nieuwe DLL nodig in de \Program folder: Newtonsoft.Json.dll. Vraag deze zonodig op bij de GCS Helpdesk. Er zijn een aantal mogelijkheden om gebruik te maken van de koppeling om gegevens op te slaan. Deze worden onderstaand toegelicht: In bepaalde situaties kunt u in de ProBIS Asbest software voor een adres apart het huisnummer, de huisnummertoevoeging en de postcode invoeren. Bijvoorbeeld voor het adres van de onderzoekslocatie: In genoemde situaties is het ook mogelijk om de postcode bij een adres op te laten vragen. U vult dan tenminste de straatnaam, het huisnummer en de woonplaats in. Klik u vervolgens in het postcode veld dan wordt de postcode opgehaald via de PostcodeNL API en in het veld getoond. 3. Invoer huisnummer, huisnummer toevoeging en postcode in samengevoegde velden om adres op te vragen In bepaalde situaties kent de ProBIS Asbest software niet een gescheiden veld voor de straatnaam en het huisnummer. Een voorbeeld daarvan zijn de gegevens van de opdrachtgever. In dat geval moet u het huisnummer en de eventuele toevoeging invoeren in het 'Adres' veld: De straatnaam wordt dus voor de ingevoerde huisnummer en eventuele toevoeging geplaatst. 4. Invoer straat, huisnummer, huisnummer toevoeging en woonplaats in samengevoegde velden om postcode op te vragen In de situatie zoals beschreven onder 3 is het ook mogelijk om de postcode bij een adres op te laten vragen. U vult dan de straatnaam met het huisnummer en eventuele toevoeging in in het 'Adres' veld, Daarnaast vult u de woonplaats in. Klik vervolgens in het postcode veld, de postcode wordt opgehaald via de PostcodeNL API en in het veld getoond. |
Het is mogelijk om de blootstelling voor een project tijdens het werken in het veld te laten berekenen en te tonen in een bericht op scherm. Tevens is het, optioneel, mogelijk om in de kantoor omgeving een database te laten vullen met alle informatie over de blootstelling aan asbest per medewerker. Zie voor meer http://groomecs.nl/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=&A_ID=245&D_ID=41
|
Het is mogelijk om gebruik te maken van het universele GCS script voor het aanmaken van uw rapporten. Dit script wordt geleverd én onderhouden door GCS. Het heeft een indeling die voldoet aan de geldende normen en de eisen van CI. Indien blijkt dat wijzigingen nodig zijn door aangepaste eisen of normen, dan worden deze door GCS doorgevoerd en aan u beschikbaar gesteld. De opmaak is via een eenvoudig configuratiebestand aan te passen naar uw eigen situatie wat betreft lettertype van de hoofdtekst, kleur van de koppen van de tabellen en logo's. Om uw bestaande scripts te vervangen door het universele script van GCS kunt u contact opnemen met de helpdesk. U ontvangt dan een set bestanden die u in de \Config centraal folder kunt plaatsen. Zorg er wel voor dat u vooraf een backup heeft gemaakt van uw configuratie, omdat het universele script deze laat vervallen! Voor de configuratie is bij de set het bestand 'GCS script Rapport Opmaak.ini' aanwezig. De inhoud van dit bestand is als volgt:
Om het universele script beschikbaar te maken moeten de volgende stappen doorlopen worden voor een bedrijf:
Voorbeeld van het universele GCS script voor complex gebaseerde inventarisatie: Voorbeeld universeel script complex.pdf X |
Het is mogelijk om de planning voor uitvoering van de werkzaamheden voor de inventarisatie, vanuit Asbest Werkvoorbereiding direct als 'Kalender bestand' per mail aan de uitvoerende inspecteur(s) en eventueel andere e-mail ontvangers te versturen. Deze mogelijkheid is beschikbaar direct nadat er een melding is gedaan of separaat via de button 'Mail planning': Is de faciliteit volledig geconfigureerd dan zal na het verzenden van de planning een mail zoals onderstaand worden verzonden naar de uitvoerende DIA en eventueel andere geconfigureerde ontvangers: De inhoud van het configuratiebestand is als volgt:
|
Het is nu mogelijk om op de complexmatrix een status in te stellen op elk adres in de adressenkolom of op elke ruimte/bronnen combinatie in de horizontale header regel. Dit kan er als volgt uitzien:
Onder beide statussen is dan een sleutel aanwezig om de functionaliteit eventueel uit te zetten:
Indien de functionaliteit actief staat, kunnen vervolgens één of meer statussen geconfigureerd worden:
Voorbeeld: [StatusRuimteBronComplex] |
Vanaf versie 3.8.1 is het mogelijk om een flexibele locatie voor opslag van de projectfolder van een inventarisatie te kunnen kiezen. Tevens kan aangegeven worden of de projectfolder bij het archiveren verplaatst moet worden en naar welke locatie dat dan moet gebeuren. De volgende secties en sleutels zijn in potentie beschikbaar in dit configuratiebestand:
Hierin is {volgnummer} een oplopende volgnummer 1, 2, 3 enzovoort. Deze moet ononderbroken doorlopen Indien gebruikt gemaakt van de mogelijkheden wordt dit nu toegepast op beide applicaties in één keer!
2. [Save] methode 2 of 3 ingesteld Via deze optie MoveProjectFoldersAvailable is er een menuoptie in de ProBIS Asbest applicaties beschikbaar te maken, waarmee het mogelijk is om een selectie van projecten te verplaatsen naar een andere locatie voor opslag. De menuoptie komt als volgt beschikbaar: |
Los van de informatie in de databestanden van een inventarisatie, worden ook kenmerken opgeslagen in de projectdatabases. Deze informatie wordt gebruikt om het overzicht op de hoofdschermen op te bouwen. Het is vanaf versie 3.8.1 mogelijk om deze informatie in te zien, hiervoor is de nieuwe menuoptie 'Toon details' beschikbaar gekomen:
Hierin is {volgnummer} een oplopende volgnummer 1, 2, 3 enzovoort. Deze moet ononderbroken doorlopen |
In het configuratiescherm op het tabblad Autonummering kan onder andere de autonummering voor de monsters worden ingesteld. Er moet voor elk van de vijf type (Materiaalmonster, luchtmonster, kleefmonster, veegmonster en visueel monster) worden aangegeven wat het voorvoegsel, het aantal digits en het achtervoegsel is. voor het achtervoegsel kunnen de volgende tamplate codes worden opgenomen.
de instelling uit de bovenstaande schermafbeelding levert voor het 10e materiaalmonster de volgende monsternaam op: M10 - Vensterbank |
Voorbeeld van een adres gebaseerde inventarisatie: Voorbeeld GCS script adres gebaseerd_2017-0002.pdf Voorbeeld van een complex gebaseerde inventarisatie: Voorbeeld GCS script complex gebaseerd_2017-0001.pdf Voorbeeld van een NEN2991 onderzoek: Voorbeeld GCS NEN2991.pdf Voorbeeld van het universele GCS script voor adres gebaseerde inventarisatie: Voorbeeld universeel script adres.pdf Voorbeeld van het universele GCS script voor complex gebaseerde inventarisatie: Voorbeeld universeel script complex.pdf |